Marketing
Samenwerking in de detailhandel:
- Inkoopcombinaties (verenigingen):
organisaties van onafhankelijke detaillisten die zich ten doelstellen te komen tot conditieverbeteringen voor de aangesloten leden door middel van bundeling van inkoopvolumes.
(Bijv. EP, Da drogist, Sperwer)
- Vrijwillig filiaalbedrijf:
zelfstandige ondernemers verbinden zich tot afname bij een bepaalde grossier en waarbij de aangesloten bedrijven zich presenteren onder een formule naam.
(bijv. C1000, Spar)
- Franchising: (soft, hard, conversion)
Tussenvorm tussen het grootwinkelbedrijf en het vrijwillig filiaalbedrijf. Het is een vorm waarbij onafhankelijke ondernemers zich kunnen aansluiten bij een centrale formulebeheerder.
De ondernemer is verplicht zich te houden aan de formule die de franchisegever noodzakelijk acht om het marketingconcept in stand te houden.
Franchisegever: Franchisenemer:
- Snelle expansie - sterke concurrentiepositie
- gemotiveerde winkelmanager - minder risico
- uitbaten van winkelformule - goede faciliteiten en begeleiding
- winst delen met franchisenemer - niet volledig baas
- geringe controle over gebeuren - hoog startkapitaal
- vorm kan star zijn
Voorbeelden:
O.a.: Gamma, Decorette, Hema, Mc Donalds, Holiday Inn,
- Grootwinkelbedrijf:
Een ondernemer koopt direct in bij de fabrikant en houdt functies als voorraad en logistiek in eigen hand.
- warenhuizen: 1 eigenaar (Ven D)
- filiaalbedrijf: supermarkt (Ah) of speciaalzaken (Applestore)
Verschillen tussen samenwerkingsvormen en het Grootwinkelbedrijf:
Inkoopcombinatie | VFB | Franchising | GWB | ||||
Initiatief | detaillist | grossier | grossier/ fabrikant | idem | |||
Verplichte afname | ja | nee | ja | ja | |||
Gemeenschappelijke naam | soms | ja | ja | ja | |||
Eigendom | detaillist | detaillist | detaillist | grs/fbr | |||
Zelfstandigheid | groot | groot | gering | niet |