Welkom op de site van Economie Leer Kracht.
Hier vind je GRATIS hulp bij economie van VMBO tot HBO. Van docenten voor studenten en docenten.

Leermateriaal

Saldo
Het verschil tussen twee gedragen: het totaal van de debet-kolom en de credit-kolom. Voorbeeld saldo kasontvangsten: het verschil tussen ontvangsten en uitgaven via de kas.
Vergelijk het doelsaldo van een sportclub: het verschil tussen het aantal doelpunten voor en het aantal doelpunten tegen.

Schaars
Zelden, ternauwernood, bijna niet: schaars beloond worden {Spreekstaal}.
Slechts in geringe hoeveelheid beschikbaar: geld is schaars {Spreektaal}. Zie ook schaarste.
Alles wat niet in overvloed aanwezig is en waar je geld voor moet betalen om het te krijgen: Economie is de wetenschap die zich richt op het kiezen uit schaarse middelen {Economische definitie}. Volgens economen zijn dus alle goederen schaars zodra er een prijs voor bestaat.
 
Schaarste
De omstandigheid dat iets in onvoldoende hoeveelheid beschikbaar is: schaarste aangeld of arbeidskrachten of middelen.
Gebrek aan eerste levensbehoeften: tijden van schaarste.
 
Schuld
Bedrag dat iemand had moeten betalen, maar waarvan de betaling nog niet is verricht [euro] {Spreektaal}.
Bedrag dat direct opvorderbaar is in het geval van een faillissement, maar dat vervolgens wordt omgezet in een vordering {Juridische term}
Vreemd vermogen waarvan de vervaldatum is verstreken [euro] {Financiering}. Zie ook schuldenvrij.
Al het vreemde vermogen, ongeacht of de vervaldatum is verstreken. Dus geld dat geleend is om bedrijfsmiddelen te financieren [euro] {Bedrijfsadministratie}.
Totaal vermogen: alle passiva op de balans [euro] {Bedrijfsadministratie}.
 
Schuldenvrij
Een onderneming is schuldenvrij als er geen vreemd vermogen is waarvan de vervaldatum is verstreken (dus aansluitend bij betekenis 2 van het begrip Schuld).

Scontro
Opstelling in balansvorm (naast elkaar) : debet-kolom en credit-kolom die een gelijk totaal krijgen omdat het saldo in de kolom met het laagste totaalbedrag is toegevoegd. Vergelijk de winkelier die wisselgeld teruggeeft en dan gaat optellen tot hij uitkomt bij het bedrag dat de klant heeft gegeven.
Deze manier gaf in het traditionele boekhouden een enorme verkorting in het aantal berekeningen, omdat alle bedragen die bij elkaar opgeteld moeten worden in de ene kolom staan en alle bedragen die er vanaf moeten bij elkaar in de andere kolom komen. Aan het eind van een periode kan dan in één keer het verschil (c.q. saldo) bepaald worden.

Search engine advertising (SEA) 
Het plaatsen van een zoekwoord gekoppelde advertenties bij zoekmachines {marketing}

Search engine marketing (SEM) 
Promotie van websites, vooral door SEO en SEA {marketing}

Search engine optimization  ( SEO)
Het verhogen van de plaatsing van websites van zoekmachines {marketing}

Search engine submission 
Het toevoegen van een website aan een zoekmachine{marketing}

Secundaire betalingsmiddelen (liquiditeiten)
Tegoeden of waardepapieren die in korte tijd en zonder veel kosten zijn om te zetten in primaire liquiditeiten. Bijvoorbeeld vreemde valuta, effecten die op de beurs verhandelbaar zijn en opvraagbare spaargelden.
zie ook uitleg algemene economie

Securitisatie
Elk proces dat een financiële relatie omzet in een transactie. Bijvoorbeeld het uitbrengen van aandelen maakt het mogelijk om het eigenaarschap van een bedrijf met anderen te delen. Ook het uitbrengen van obligaties maakt het mogelijk een vordering om te zetten in een verhandelbaar document.
Het structureren van toekomstige belangen om financiering te krijgen door toekomstige cshflows in hun geheel over te dragen aan één of meer beleggers. Het is dus geen lening, maar de verkoop van toekomstige inkomsten aan een SPE (Special Purpose Entity). Deze SPE kan vervolgens openbaar verhandelbare effecten (zoals obligaties) uitbrengen die hun kracht ontlenen aan bijvoorbeeld bankgaranties voor de SPE.
Synoniem:Asset securitisatie 

Segmentatiecriteria 
Kenmerken waarmee segmenten kunnen worden beschreven zoals gedrag, demografisch (bevolkingsopbouw, inkomen), geografisch (waar) , psychografisch (levenstyle) {marketing}
zie ook uitleg marketing.

Segmenteren 
Het verdelen van de markt in groepjes op basis van bijvoorbeeld: gedrag, demografisch (bevolkingsopbouw, inkomen), geografisch (waar) , psychografisch (levenstyle) {marketing}
zie ook uitleg marketing.

Selectie-indicator
Hoe groot zijn de huidige verkooppunten (op basis van hun gemiddelde omzet in de productgroep)? {marketing}
Synoniem(= relatieve grootte indicator)
zie ook distributiekengetallen.
zie ook basisboek marketing.hoofdstuk 18.3

Selectieve distributie  
De aanbieder uit alle in aanmerking komende verkooppunten in een gebied er een beperkt aantal kiest, onder meer op basis van de locatie, de grootte en het imago van de zaak{marketing}
zie ook distributiekengetallen.
zie ook basisboek marketing.hoofdstuk 18.3

Sentiment
 
Gevoel.
Gevoelsmatige stemming over de gang van zaken met betrekking tot de aandelenkoersen op de effectenbeurs.
Negatieve stemming over de gang van zaken met betrekking tot de aandelenkoersen op de effectenbeurs. 

Service: 
Elke vorm van dienstverlening voor, tijdens en na de aankoop, waardoor het product gemakkelijker wordt gekocht en gebruikt en herhalingsaankopen worden bevorderd{marketing}

Servicegraad:  
Mate waarin de leveringsafspraken worden nagekomen : hoe vaak je van de honderd keer daadwerkelijk levert{marketing}

Slidevertising 
Een vorm van advertising dmv slides (dia's van powerpoint). Bijv: Coffeecompany heeft gratis slides beschikbaar op www.freecoffee4students.nl{marketing}

Sloopkosten
Misconceptie: [bedrag gemeten in euro] kosten moet zijn: uitgaven, want feitelijk zijn het: sloopuitgaven. Vergelijk ook met andere kosten die geen kosten zijn, zoals: emissiekosten, installatiekosten en transactiekosten.
Kosten van de sloop voor zover de sloopuitgaven zijn toegerekend naar het bedrijfsresultaat in een bepaalde periode [euro/periode].
 
Sloopuitgaven
Uitgaven voor het verwijderen van een machine die afgeschreven is [euro]. De sloopuitgaven maken het verschil uit tussen de residuwaarde en de restwaarde.

Slotkoers
Koers van een aandeel of obligatie aan het eind van de dag op een (virtuele) effectenbeurs.

Slotting fee 
Een bedrag gevraagd door webbeheerders aan adverteerders op premium advertentie plaatsten {marketing}

Solvabiliteit
Maatstaf voor de mogelijkheid van een onderneming om op lange termijn (> 1 jaar) aan haar betalings- en aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Verhouding tussen de liquidatiewaarde van de activa en het vreemde vermogen [onbenoemd getal, want een deling van euro door euro laat de eenheid uit teller en noemer tegen elkaar wegvallen].
De eerste benadering is dan:
- totale activa / totaal vreemd vermogen.
Elke andere verhouding die een benadering geeft voor de bovenstaande grootheid, of die daarvan is afgeleid. Het hangt van de situatie af welke vorm op welk moment het meest geschikt is.
Voor de onderstaande geldt: hoe hoger de waarde, hoe gunstiger het is:
- totale vermogen / vreemd vermogen;
- eigen vermogen / vreemd vermogen;
- eigen vermogen / totaal vermogen.
Voor de onderstaande geldt: hoe lager de waarde, hoe gunstiger het is:
- vreemd vermogen / totaal vermogen;
- vreemd vermogen / eigen vermogen;
- totale vermogen / eigen vermogen;
zie ook uitleg solvabiliteit:

Som der kosten
Misconceptie: som (totaal) van alle kosten die een bedrijf in een periode gemaakt heeft.
Som van verkoopkosten en algemene beheerskosten (dus de inkoopkosten en de interestkosten vallen hier buiten [euro/periode] {Externe Verslaggeving}, zie: model F, model H en model J).
Som van loonkosten, sociale lasten, afschrijvingskosten en overige bedrijfskosten met uitsluiting van inkoopkosten en interestkosten {Externe Verslaggeving}, zie: model I).
 
Sparen
Geld niet uitgeven (synoniem = besparen) {Spreektaal}.
Geld niet consumeren {Macro-economie}.
Geld uitzetten tegen vergoeding op een bank of geld beleggen in aandelen of obligaties (het geld blijft dus in circulatie) {Monetaire Economie}. Tegenhanger van oppotten.
Geld reserveren voor later via banktegoeden, beleggen of pensioenrechten opbouwen.
 
Specialisatie
Beperking van het verkoopassortiment (tegenhanger van parallellisatie dat verbreding van het assortiment in houdt) {Externe Organisatie} .
Uitsplitsing van de organen in een bedrijf in kleinere eenheden, zodat ieder zich toe kan leggen op een beperkt aantal taken {Interne Organisatie}.
Verhoging bekwaamheid door iemand die zich toelegt op een bepaald soort werk in een organisatie, met als doel de arbeidsproductiviteit te verhogen {Personeelswerk} .
 
Speculeren
Kopen of verkopen van waardepapieren of goederen in de hoop daar geld mee te verdienen als gevolg van prijsveranderingen tussen twee tijdstippen. Misconceptie: arbitrage.
Misconceptie: beleggen.
 
Sponsoring
Het beschikbaar stellen van financiële middelen aan sporters of aan andere organisaties met de afspraak om als tegenprestatie reclame of publiciteit voor de sponsor te verzorgen. Indien er geen tegenprestatie is, dan is er sprake van subsidie of een stipendium.

Staat
- De juridische positie van een land. {Staatsrecht}
-Financieel overzicht van twee of meer kolommen {Administratie}, zoals ‘De Staat van Herkomst en Besteding van Middelen’ als formeel overzicht van alle inkomsten en betalingen die in een NV hebben plaatsgevonden in een jaar, of ‘De Staat van Baten en Lasten’ als formeel overzicht van alle ontvangsten en uitgaven die hadden moeten plaatsvinden in een niet-commerciële organisatie.
-De stand van zaken (Volksmond}, onder andere een staat van dienst. 

Staffel
Kolom die een overzicht geeft van optellingen en aftrekkingen waarbij na elke bewerking het saldo wordt bepaald. Deze manier van rekenen is een verkorte manier om een reeks bewerkingen uit te voeren door steeds verder te gaan met het bedrag dat al berekend was en daar een volgend bedrag bij op te tellen of af te trekken.

Standaardkosten
Vastgestelde normen voor de toename van de waarde van de voorraad goederen in bewerking of de voorraad gereed product bij homogene massaproductie, tijdens het productieproces [euro/periode]. Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}.
Synoniemen: toegestane kosten en kosten (definitie 5).
Misconceptie: verwachte kosten, want deze kunnen ook betrekking hebben op verspilling die de ondernemer verwacht.

Standaardkostprijs
Toegestane kosten berekend per eenheid product bij massaproductie [euro/stuk]. Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}.
Synoniemen: kostprijs en commerciële (standaard)kostprijs (als onderscheidende term van de fabricagekostprijs).
zie ook uitleg kostprijs.
Kijk ook bij: www.bedrijfseconomische-modellen.nl.

Standaardprijs
Prijs die een bedrijf hanteert als norm voor de kostencalculaties [euro/stuk, euro/kg, euro/liter, etc.]. Kijk voor een toelichting bij: bedrijfseconomische-modellen.nl: uitsplitsing grondstoffen of bedrijfseconomische-modellen.nl: uitsplitsing arbeid {Kostencalculatie}.
Vaste verrekenprijs (bijzondere vorm van een norm, omdat naast de inkoopprijs ook opslagen voor inkoopkosten zijn opgenomen in de norm). Kijk voor een toelichting bij: bedrijfseconomische-modellen.nl  {Kostencalculatie}. 
 
Stars 
Een product (of bedrijfsonderdeel of klant) met een groot relatief marktaandeel en een grote marktgroei.{marketing}
De indeling komt van de Boston Consultancy Group .
zie BCG

Statutaire reserve
Reserve die voortvloeit uit richtlijnen over de winstverdeling die in de statuten zijn opgenomen. Toevoeging (dotatie) aan de statutaire reserve wordt meestal in de voorgestelde winstverdeling opgenomen.

Stealth marketing (Anglicisme)
Een vorm van marketing waarbij je bedrijf of product promoten zonder dat de doelgroep weet dat het bedrijf zelf erachter zit. Vaak worden er zogenaamde faux blogs gebruikt waarbij het bedrijf net doet alsof er een onafhankelijke weblogger over het product schrijft. Sony Ericsson heeft een fysieke stealth campagne gevoerd waarbij 60 acteurs en actrices op straat aan voorbijgangers vroegen een foto van ze te nemen met de telefoon. {marketing}

Stelselkeuze
Een stelselkeuze vindt plaats als een bedrijf voor de eerste keer in een jaarverslag informatie moet verstrekken over een economisch proces of een boeking van een post voor de jaarrekening moet zij een wijze van rapporteren kiezen (bijvoorbeeld historische kostprijs of actuele waarde). {Externe Verslaggeving}

Stelselwijziging
Zodra een bedrijf voor het jaarverslag gekozen heeft voor een bepaalde wijze van rapporteren zal elke aanpassing of verandering in de wijze van rapporteren in latere jaren als stelselwijziging gezien worden.{Externe Verslaggeving}

Stipendium
Bijdrage in de kosten van levensonderhoud bestemd voor sporters die aan bepaalde kwalificaties voldoen [euro/periode]. Zie ook beurs. Indien sprake is van een tegenprestatie van de sporter in de vorm van reclame of publiciteit, dan gaat het om sponsoring.

Strategische Business Unit (SBU)
Bedrijfsonderdeel met eigen doelstellingen en redelijk onafhankelijk van de rest van het bedrijf.
Dit kan een product of productlijn of merk  zijn. Bijvoorbeeld: Becel bij Unillever. {marketing}
 
Stroomgrootheid
Een grootheid die afhankelijk is van de factor tijd. Voorbeeld: snelheid, deze is uitgedrukt in kilometer per uur. Kosten vormen een stroomgrootheid, omdat ze de relatie aangeven tussen een voorraadgrootheid en de periode waaraan die voorraadgrootheid gerelateerd moet worden.

Stroppenpot
Voorziening voor verliezen die in de nabije toekomst hoogstwaarschijnlijk gaan optreden. Het bedrag staat nog wel credit op de balans, maar is al in mindering gebracht op de winst voor belastingen.

Stukproductie
Productie op bestelling, meestal per stuk, maar het kan ook in grote aantallen. Bij de productie kan rekening gehouden worden met de specifieke wensen van een klant. Bijzonderheid: geen voorraadvorming, hooguit onderhanden werk.
De tegenhanger is massaproductie.
Productie in kleine aantallen of in een enkel exemplaar. Ook als dat niet op bestelling, maar op voorraad gebeurt, zoals bij kunstwerken.
Ook hier is de tegenhanger massaproductie. 

Subcultuur 
Cultuur binnen een cultuur) Zo een subcultuur kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op nationaliteit (Marokkaanse gastarbeiders), ras (Afrikanen) , religieuze overtuiging of geografische locatie (Friezen), maar ook op leeftijd en gedrag (Gothic, Punk ed) {marketing}

Subliminale reclame
Reclameuiting met verborgen boodschap bijvoorbeeld gerucht ging dat oude Logo Marlboro: 3 x K was van Ku Klux Klan?


Subsidie
Toekenning van een bedrag om praktische, sociale, sportieve of ideële doelstellingen te realiseren zonder dat een tegenprestatie gevraagd wordt van de ontvanger. Zie ook: sponsoring en stipendium.


Substantialisme

Aanhangers van het substantialisme gaan ervan uit dat de onderneming pas winst maakt nadat het totale vermogen van een onderneming fysiek (als productiecapaciteit/ substantie) in waarde gelijk is gebleven. Dus dan moet op een of andere manier de inflatie gecompenseerd zijn voordat er sprake is van winst. Dit staat tegenover het nominalisme dat ervan uitgaat dat elke toename van het eigen vermogen als winst aangemerkt moet worden. Bij het nominalisme worden de gevolgen van inflatie buiten beschouwing gelaten.

zie uitleg waarderingsstelsels

Subviral Video's  
Een onderdeel van Viral marketing, maar nu veelal niet gemaakt door het bedrijf van de maker van de oorspronkelijke commercial.
De video lijkt op echte commercials en is gemaakt als grap op het origineel. Een voorbeeld is de officiele commercial van Ford Ka waarbij een duif bewusteloos wordt geslagen door een dichtklappend autodak. De subviral variant liet een kat zien die werd onthoofd door het autodak. Het resultaat was dat de video veel rondgestuurd werd en er veel gekeken werd.) {marketing}

Supplier development {Anglicisme}
De moeite die de ondernemer doet om de kwaliteit van de leveranciers te verhogen, dan wel de leverancier helpen om zijn kosten te verlagen. Vaak betekent dit dat de leverancier al tijdens de ontwerpfase betrokken wordt bij de ontwikkeling van een nieuw product. Suplier development is behulpzaam bij een systeem van target costing en is vaak onderdeel van het TQM-beleid.


SWOT-analyse 
Analyse van de  Strengths (sterktes), Weaknesses (zwaktes), Opportunities (kansen) en Threats (bedreigingen) van een organisatie of klant.{marketing}
zie ook uitleg marketing.

Synergie
Samenwerking tussen kerk en staat (Van Dale)
Maximale concentratie en gemeenschappelijk gebruik {Interne Organisatie}.
Voordelen door het samenvoegen van activiteiten {Interne Organisatie}.
Voordeel door het samenwerken met andere bedrijven {Externe Organisatie}.
Voordelen doordat verschillende activiteiten van een bedrijf elkaar ondersteunen {Externe Organisatie}
Waarde-creatie in de vorm van goodwill die ontstaat doordat de waarde van gecombineerde ondernemingen groter is dan de waarde die verwacht kan worden van twee onafhankelijke ondernemingen.
N.B. De term synergie-voordelen is dus alleen zinvol bij betekenis 1.
 
Synoniem (taalmechanisme) 
Verschillende termen voor hetzelfde begrip. De term vormt een begrippenpaar met homoniem. Bijvoorbeeld standaard kosten en toegestane kosten. Aangezien termen vaak meer dan een betekenis hebben, kan het zijn dat termen soms wel en soms niet hetzelfde begrip aangeven.
Toevallige overeenkomst in betekenis die voortvloeit uit het kwantitatieve karakter van de economie. Als er geen korting verstrekt wordt, is er geen verschil tussen bruto-omzet en netto-omzet. In dat geval kan voor beide termen het synoniem ‘omzet’ gebruikt worden. Dit is een van de grootste bronnen van verwarring in de economische literatuur, omdat de termen ook door elkaar gebruikt worden als er wel aanleiding is om onderscheid te maken.
Verkorte aanduidingen voor begrippen waarvan de spreker aanneemt dat de ander wel begrijpt wat hij bedoelt. Prijs staat doorgaans voor verkoopprijs, maar als het over inkoop van grondstoffen gaat, staat het voor inkoopprijs. Synoniemen zijn dan een gevolg van een algemeen taalmechanisme om bondig te formuleren. 
 
Afkortingen


SAC (Afkorting)
 
SAC staat voor: Standing Advisory Council. Adviserend forum met vertegenwoordigers uit vele landen en vanuit diverse partijen (bedrijven, analisten, accountants en regelegevers) die advies uitbrengen aan de Trustees (commissarissen) en de Board (bestuur) van de IASB (International Accounting Standards Board).


SEA: Search engine advertising (Afkorting) 
Het plaatsen van een zoekwoord gekoppelde advertenties bij zoekmachines {marketing}

SEM:Search engine marketing (Afkorting)
Promotie van websites, vooral door SEO en SEA {marketing}

SEO:Search engine optimization (Afkorting)
Het verhogen van de plaatsing van websites van zoekmachines {marketing}

SIC (Afkorting) 
Standard Interpretations Committee: organisatie die in 1996 is opgericht om interpretaties van IAS uit te brengen. Deze organisatie is in 2001 al opgevolgd door de IFRIC (de International Financial Reporting Interpretations Committee).
Adviezen die door de SIC zijn uitgebracht. Bijvoorbeeld: SIC12 is het twaalfde advies van de SIC.

 


Zakelijke promotie
Vorm van salesmanagement waarbij de zakelijke klanten beloond worden met o.a incentives (extraatjes) {Marketing}


Zelfstandige kostenplaats
Kostenplaats die een eigen ruimte heeft en daardoor fysiek aanwijsbaar is, bijvoorbeeld de afdeling magazijn {Kostencalculatie}. Naast de zelfstandige kostenplaats bestaan de hoofdkostenplaats en de hulpkostenplaats als onderdeel van de kostenplaatsmethode. zie: kostprijs (Wiki)


Zoekmachinemarketing
Vorm van internetmarketing waarbij een advertentie wordt getoond als een websitebezoeker op een bepaalde site komt.

 

Payout ratio (Anglicisme)
Verhoudingsgetal  dat aangeeft hoeveel van de nettowinst uitgekeerd wordt aan de eigenaren/aandeelhouders als dividend. {financiering, beleggen}Payout-ratio = uitbetaalde nettowinst/ nettowinst of cashdividend/nettowinst

Parallellisatie:  
een bedrijf brengt meerdere producten bijeen die in dezelfde bewerkingsfase bevinden, {marketing}

Passiva
Alle posten aan de creditzijde van de balans {Interne Verslaggeving en Externe Verslaggeving}. Zie ook: www.bedrijfseconomische-modellen.nl.
Alleen de posten van het vreemde vermogen (de schulden) op de balans. 

Perceptie
Hoe een persoon een product of reclameboodschap ziet en dus de informatie op zijn manier ziet of verwerkt.
Voorbeeld:Volvo heeft voor de ene een saaie oude uitstraling, terwijl het voor een ander persoon een luxe merk auto is.

Permanent selling 
Verlengen van de contract- en afnameperiode{marketing}

Persoonlijkheid 
Imands essentiele eigenschappen , datgene wat een individu uniek maakt.{marketing}

Portfolio 
Map waarin een verzameling documenten bewaard wordt bijvoorbeeld  een aantal klanten (accounts) , diploma's, studiepunten, en dergelijke.{marketing}

Portfolio analyse 
Het grondig bekijken van de verschillende producten of bedrijfsonderdelen (business units) om te komen tot een samenhangende investeringsstrategie Zie Boston Consultancy Group (stars, cashcows, questions mark, dog,)  , rekening houdende met de beschikbare investeringsruimte.{marketing}

Positionering 
Het verkrijgen van een plaats in de gedachten van klanten van een organisatie of product ten opzichte van concurrenten {marketing}
zie uitleg marketing.

Post
Financieel feit dat in de boekhouding moet worden opgenomen.
Bedrag dat in de boekhouding staat vermeld.
Synoniem: boekingspost
Gestandaardiseerde vorm om te vermelden welke grootboekrekeningen debet en welke credit geboekt moeten worden.
Synoniem: journaalpost. 

Precariorechten
Recht om openbare grond tijdelijk te gebruiken, bijvoorbeeld terrassen of display aan een gebouw.
Voor deze rechten betaal je vaak aan de gemeente een belasting genaamd: precariorechten. {belasting}

Preferente aandelen
Preferente aandelen zijn aandelen met een eerste recht bij winstdeling, liquidatie of recht tot benoemen van bestuurders (prioriteitsaandeel). {financiering}
Misconceptie: prioriteitsaandeel: dit heeft alleen betrekking op zeggenschap.

Preferente vorderingen
Vorderingen op een ondernemer of onderneming die voortvloeien uit een faillissementsprocedure en die gebaseerd zijn op een voorkeursrecht bij de verdeling van de binnenkomende gelden. Zij volgen na de boedelvorderingen, maar hebben vanwege een onderpand of een andere wettelijke regeling voorrang op de concurrente vorderingen. voorbeeld: Schuld aan belastingdienst is een preferente crediteur die voor andere crediteuren gaat.

Prestatie
Resultaat van een actie.
Actie of gedrag die belangrijk is voor het behalen van organisatiedoelstellingen.
Actie of gedrag van een persoon al naar gelang zijn bekwaamheid om bij te dragen aan het behalen van organisatiedoelstellingen.
Misconceptie: productiviteit.
 
Prestatiebeheersing
Management gericht op het motiveren, richten, sturen en begeleiden van werknemers in de organisatie zodat zij een effectieve bijdrage aan de belangrijkste doelen van de organisatie leveren. Aspecten die beheerst moeten worden, zijn: proces om doelstellingen te formuleren, proces om strategieën vast te stellen, normen en targets om de processen te meten, beloningssysteem en informatiestromen.

Prestatiebeheersingssysteem
Samenstel van maatregelen dat erop gericht is om na te gaan of de doelstellingen van een organisatie behaald worden. Elke organisatie stelt dus zijn eigen prestatiebeheersingssysteem samen op basis van uiteenlopende instrumenten die beschikbaar zijn.

Prestatiebeloning
Prestatiebeloning is een vorm van flexibel belonen waarbij voor een prestatie die boven een uniform vastgestelde norm ligt, een premie wordt betaald, of het loon wordt verhoogd (Dan Dale).

Prestatie-indicatoren
Instrumenten die het mogelijk maken om te meten of de prestaties naar wens worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het aantal uren dat werknemers een cursus volgen of het niveau van de opleidingen die ze behaald hebben. Deze instrumenten geven een indicatie van de situatie, zonder dat zij succes garanderen.

Prestatieloon
Beloning van arbeid op basis van de prestatie die geleverd is (PFP), bijvoorbeeld het stukloon dat een vergoeding geeft voor elke opgeleverde eenheid product. Deze prestaties vallen onder het in-role gedrag, d.w.z. het gedrag dat in de functieomschrijving is vastgelegd. Nadeel is dat mensen weinig tijd willen besteden aan het extra-role gedrag dat vaak nodig is voor de samenhang in een organisatie.
Het deel van het loon dat afhangt van de prestatie die geleverd is. Deze omschrijving sluit aan op de algemene omschrijving van prestatiebeloning.
 
Prestatienormen
Richtlijnen om te zorgen dat het gedrag van werknemers aansluit bij de strategie van de organisatie om de doelstellingen te halen.

Prijs
Een bedrag (of ander ruilobject) dat koper en verkoper overeen gekomen zijn om het eigendom van een product over te dragen [euro/stuk, euro/kg, euro/liter, euro/dozijn, etc., maar nooit euro].
Een bedrag dat een verkoper vraagt voor een product al voordat het product verkocht is (vraagprijs)
Een bedrag dat een koper biedt voor een product nog voordat de koop is afgerond (biedprijs)
In bepaalde situaties synoniem voor: aanschafprijs
In bepaalde situaties synoniem voor: optiepremie of optiekoers
In bepaalde situaties synoniem voor: inkoopprijs
In bepaalde situaties synoniem voor: verkoopprijs
In bepaalde situaties synoniem voor: verkrijgingsprijs of verwervingsprijs 
 
Prijsbundeling (pricebundling)
De verkoopprijs als twee of meerdere producten samen gekocht worden. {marketing}
Bijvoorbeeld: internet, bellen en TV in een pakket, all inclusive reis

Prijsdifferentiatie
Van prijsdifferentiatie is sprake als dezelfde leverancier op basis van onderhandelingen verschillende prijzen vraagt aan verschillende klanten. Bijvoorbeeld als een fabrikant van diervoedsel voor zijn producten aan supermarkten een lagere prijs vraagt dan aan dierenwinkels en dat bijvoorbeeld verpakt als kwantumkorting. Of als een ondernemer voor een incidentele order een prijs vraagt die gebaseerd is op differentiële kosten (dus extra kosten door die order), terwijl de reguliere klanten de volle prijs betalen op basis van een integrale kostprijs. {marketing}

Prijsdiscriminatie
Van prijsdiscriminatie is sprake als dezelfde leverancier verschillende prijzen vraagt op verschillende markten op grond van uiteenlopende afzetsituaties. Voorwaarde hiervoor is dat de markten gescheiden zijn, zodat de goederen niet via een omweg van de ene markt naar de andere stromen.{marketing}

Prijsresultaat
Nacalculatorisch: Achteraf gemeten verschil tussen de werkelijke aanschafwaarde van goederen of diensten in een bepaalde periode en de toegestane aanschafwaarde van die goederen of diensten: WH x (SP - WP) d.w.z. werkelijke hoeveelheid x (standaardprijs - werkelijke prijs).
De dimensieanalyse die hierbij hoort luidt:
*  grondstoffen: [kg/periode x (euro/kg - euro/kg) = euro/periode]. Zie voorts: bedrijfseconomische-modellen.nl grondstoffen {Kostencalculatie} .
*  arbeidsuren: [uren/periode x (euro/uur - euro/uur) = euro/periode]. Zie voorts: bedrijfseconomische-modellen.nl arbeid {Kostencalculatie}.
Voorcalculatorisch:Vooraf te verwachten verschil tussen de werkelijke aanschafwaarde van goederen of diensten in een bepaalde periode en de toegestane aanschafwaarde van die goederen of diensten. Omwille van de eenvoud wordt het voorcalculatorische prijsresultaat doorgaans gelijk gesteld aan € 0,-.
Misconceptie: prijsverschil [euro/stuk].
Analogie: zie efficiëntieresultaat.
 
Prijsverschil
Verschil in prijs van eenzelfde product bij twee leveranciers [euro/stuk].
Misconceptie: prijsresultaat [euro/periode].
Analogie: zie efficiëntieverschil.
 
Primaire betalingsmiddelen (of liquiditeiten)
Betalingsmiddelen die direct voor handen zijn, zoals giraal en chartaal geld (Bankwezen). Dit in tegenstelling tot secundaire betalingsmiddelen (of liquiditeiten) zie ook uitleg monetair.

Primitieve opslagmethode
Opslagmethode waarbij alle indirecte kosten in één percentage over de som van de directe kostenworden gelegd (meestal grondstofkosten en arbeidskosten); zie voor de handelsonderneming: www.bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}.


Prioriteitsaandelen
Aandelen met een eerste recht bij winstdeling, liquidatie en recht tot benoemen van bestuurders (prioriteitsaandeel). {financiering}
Misconceptie: preferente aandeel: een prioriteitsaandeel heeft alleen betrekking op zeggenschap en is een preferent aandeel, niet alle preferente aandelen hebben zeggenschap bij bestuurders van de onderneming.

Probeerprijs (trial pricing)
Lage prijs om product te proberen bijvoorbeeld bij lidmaatschap sportclub, Telecomactie. Na een periode gaat het normale tarief dan wel in. {marketing}
Misconceptie: penetratieprijs: hierbij blijft de prijs structureel laag


Producent
Persoon of rechtspersoon (B.V. of N.V. of Stichting of Vereniging) die produceert, dat wil zeggen goederen of diensten koopt met de intentie deze te verkopen of te verwerken voor de verkoop. De persoon die koopt om de goederen of diensten te verbruiken is een consument.
Synoniemen: productiehuishouding of bedrijf.
Functie in het maatschappelijk verkeer. Een persoon of rechtspersoon kan zowel consument als producent zijn. Een huisarts is een persoon die op sommige tijdstippen van de dag produceert (als hij bijvoorbeeld spreekuur houdt) en op andere momenten van de dag consumeert (als hij bijvoorbeeld gaat eten). De huisarts kan dus twee functies vervullen {Micro-economie}.
 
Product
Een soort goederen met bepaalde kenmerken.
Een eenheid van een soort goed.
Voorbeeld: een onderneming maakt één product in een oplage van 1000 stuks. Soms zegt men dan dat de onderneming 1000 producten maakt, maar men bedoelt dan 1000 eenheden van dat product. 
Productief
Mate waarin een proces iets oplevert.
Mate waarin het productieproces de resultaten oplevert die je ervan verwacht. 

Product(vorm) concurrentie:
Concurrentie op het niveau van type product: bijvoorbeeld witbier vs pils. (Verhage) {marketing} 
zie ook uitleg soorten concurrentie

Product/ markt-expansiematrix  
Ansoff maakt onderscheidt in marktpenetratie (huidige markt, huidig product), marktontwikkeling( nieuwe markt met huidig product, productontwikkeling (nieuwe product voor huidige markt,en diversificatie (nieuwe markt met nieuw product) ,als mogelijke ontwikkelingen en groei van een onderneming {marketing}

Productdifferentiatie 
Realiseren van verschillen tussen eigen en concurrerende producten en diensten. Bijvoorbeeld door verschillende mogelijkheden bij een auto. {marketing}

Productie(proces)
Het toevoegen van waarde zoals dat in het gehele bedrijfsproces gebeurt.
Het toevoegen van waarde zoals dat op de fabricageafdeling gebeurt (productie staat dan naast verkoop).

Productiekosten
Kosten die samenhangen met de productie op de fabricageafdeling in bedrijven met stukproductie of massaproductie. Kijk voor een toelichting bij: bedrijfseconomische-modellen.nl [euro/periode] {Kostencalculatie} en {Interne Verslaggeving}.
Synoniem: fabricagekosten.

Productiviteit
Meting van het resultaat van een proces in relatie tot de inbreng (output in relatie tot input).
Kwantificering is mogelijk door de hoeveelheid productie (in geld gemeten of in natura) te delen door een maatstaf voor arbeid of kapitaal. Voorbeelden: arbeidsproductiviteit, kapitaalproductiviteit.
Synoniem voor arbeidsproductiviteit. 

Productleadership Concurrentiestrategie
Gebaseerd op voortdurende innovatie op basis van onderzoek en creativiteit en dus het hebben van een voorsprong tov concurrentie{marketing}

Productlevenscyclus 
Het verloop van de afzet of omzet gedurende de tijd dat het product of de dienst op de markt is in een lijngrafiek. Er worden veelal vijf fasen onderscheiden: introductie, groei, volwassenheid (rijpheid), teruggang, eindfase (Theodore Levitt) {marketing}.
zie ook Basisboek marketing.hoofdstuk 12

Productmix 
De mix van een product (of dienst) bestaande uit tastbare en ontastbare eigenschappen{marketing}
zie ook uitleg marketing

Pro-forma winstbegrip
Winstbegrip op basis van aangepaste spelregels, d.w.z. waar bepaalde posten die normaal in mindering komen op de opbrengsten nu nog niet verrekend zijn: EBIT, EBITDA, e.d.


Project
Een reeks activiteiten die binnen gestelde condities een vooraf bepaald resultaat moeten opleveren.
Een tijdelijke organisatie die door middel van een reeks activiteiten binnen gestelde condities een vooraf bepaald resultaat moet bereiken. 

Projectprofijt 
De in de toekomst te verwachte voordelen in termen van opbrengst, efficiency, effectiviteit en marktkansen voor de organisatie bij het uitvoeren van een project.{marketing}

Promotiemix:
Mengsel van reclame, sales promotion, Public Relations en persoonlijke verkoop {marketing}
synoniem: communicatiemix.
zie ook uitleg marketing.

Prospect 
Tot de doelgroep behorende organisatie of persoon. Potentiële klant of koper.{marketing}

Put-optie
Een put- optie is het recht om een aandeel te verkopen op een toekomstig tijdstip voor een prijs die nu reeds vast staat. De koper (zie call-optie) heeft bij het openen van de positie een premie aan de verkoper (de schrijver) betaald, maar de schrijver kan zijn recht om te verkopen natuurlijk weer aan anderen overdragen.

zie ook uitleg opties.

Afkortingen


PFP (Anglicisme): Pay for Performance (Afkorting) 
Salarisbetaling op basis van vergoeding voor het leveren van de afgesproken activiteiten (prestatieloon). Deze activiteiten vallen onder het in-role gedrag, d.w.z. het gedrag dat in de functieomschrijving is vastgelegd. Nadeel is dat mensen weinig tijd willen besteden aan het extra-role gedrag dat vaak nodig is voor de samenhang in een organisatie.


PSP (Anglicisme): Performance Share Plan (Afkorting) 
Het gaat daarbij om het toekennen van aandelen in plaats van opties op aandelen van het eigen bedrijf als extra beloning. Er zijn twee bijzondere soorten aandelen: Restricted shares (aandelen die worden toegekend als aan de prestatiecriteria is voldaan) en Matching shares (plicht om deel van de cash bonus om te zetten in aandelen van het eigen bedrijf en die vervolgens een aantal jaren te behouden).

 

Unieke eigenschap(pen) van een product of dienst, waardoor het product of de dienst zich onderscheidt van de concurrent.{marketing}
Misconceptie: Unique Selling Point.


Joomla template made by HeJian