Welkom op de site van Economie Leer Kracht.
Hier vind je GRATIS hulp bij economie van VMBO tot HBO. Van docenten voor studenten en docenten.

Leermateriaal

VALS-typologie 
Een levensstijlindeling (Mitchell). Het is een waarde- en levensstijltypologie (value and lifestyle) op basis van gedrag, activiteiten, belangen en opvattingen. {marketing}

Value driver (Anglicisme)
Factor die in belangrijke mate de waarde van een onderneming bepaalt of beïnvloedt. Zie ook cost driver.


Valuta

Geldsoort, meestal gebruikt in de betekenis van een vreemde valuta, dus een geldsoort van een ander land.
Meervoudsvorm van geldsoort, dus geldsoorten van andere landen.
De eerste dag waarop een bedrag dat bij de bank is gestort een rentevergoeding ontvangt. Dit kan een of een paar dagen na de boekingsdatum zijn.
Synoniem: rentedatum. 
zie ook uitleg berekeningen buitenlands geld.
 
Valutaswap
Overeenkomst om een bepaald bedrag in een valuta (geldsoort) uit te ruilen tegen een andere valuta met de afspraak om over een vastgestelde periode een tegenovergestelde transactie uit te voeren. Als beide partijen er belang bij hebben kan dat zonder verdere onderlinge vergoeding. Als één partij belang heeft en de ander is bemiddelaar, dan zal de bemiddelaar een vergoeding vragen voor zijn diensten. zie ook: algemene economie


Valutawinst / verlies
Winst of verlies, behaald bij de handel in vreemde valuta, dan wel ontstaan door veranderingen in de wisselkoersen van valuta die men in beheer heeft [euro/periode] {Financiering}. Het gebruik van de termen -winst en -verlies wijkt hier af van de effectenhandel: zie koerswinst/verlies.


Variabele kosten

Kosten die afhangen van de omvang van de productie [euro/periode]. Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}. Zie ook: constante kosten.
Kosten die afhangen van de omvang van de afzet [euro/periode]. Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}. Zie ook: constante kosten.
Misconceptie: kosten die per eenheid product niet veranderen, want als ze afhangen van bijvoorbeeld de omvang van de voorraad, voldoen ze niet aan de definities onder 1 of 2. 
zie ook: uitleg

Vaste activa
Kapitaalgoederen die langer meegaan dan één jaar. De vaste activa staan naast de vlottende activa en zij worden nader ingedeeld in materiële, immateriële en financiële vaste activa.
Kapitaalgoederen die langer meegaan dan één productieproces. Meestal houdt men om pragmatische redenen aan dat de kapitaalgoederen langer dan een jaar in gebruik zijn, voordat ze gebruikt of economisch verouderd zijn.
Activa die bestemd zijn om de uitoefening van de werkzaamheden van de rechtspersoon duurzaam te dienen (art 2:364 lid 1 BW).
 
Vaste kosten
Kosten die niet veranderen als gevolg van de omvang van de productie of de omvang van de afzet.
Synoniem: constante kosten [euro/periode].

Misconceptie: vaste lasten [euro].
 
Vaste lasten
Bedragen die elke maand betaald moeten worden, bijvoorbeeld vanwege verzekering of elektriciteit (spreektaal) [euro].
Misconceptie: vaste kosten c.q. constante kosten.


Vaste verrekenprijs (VVP)

Bijzondere vorm van een standaardprijs, omdat naast de inkoopprijs ook opslagen voor inkoopkosten zijn opgenomen in het bedrag waarvoor de goederen of grondstoffen in de boekhouding worden opgenomen. Kijk voor een toelichting bij: www.bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}.


Verbinding

Term uit de wereld van woningcorporaties die samenwerkingsverbanden aangeeft tussen woningcorporaties, BV’s, Stichtingen, CV’s en VOF’s. Woningcorporaties zonderen hun vaste activa vaak af in aparte juridische constructies om het onderhoud en het beheer van deze vaste activa te regelen. Om die reden vraagt het ministerie van VROM niet alleen een jaarrekening van de woningcorporaties maar ook een volkshuisvestingsverslag waarin het eigen vermogen en de jaaromzet van de hele verbinding is verantwoord. Het CFV berekent op basis van dit verslag het weerstandsvermogen.


Verdisconteren
Rekening houden met de waarde van een onderdeel op factor bij de berekening van een prijs die men bereid is te betalen voor een goed of een bedrijf. Zo verdisconteert men de klantenbinding bij de berekening van de bedrijfswaarde door een bedrag te betalen voor de goodwill.
De invloed van de tijd in mindering brengen op de waarde van een goed of bedrijf door de geschatte waarde in de toekomst te verminderen met een rentefactor: zie disconto.
 
Verfijnde opslagmethode
Opslagmethode waarbij de opslag voor de indirecte kosten is uitgesplitst over afzonderlijke opslagen, waarbij de ene opslag gekoppeld kan zijn aan de grondstofkosten, de andere aan de arbeidskosten en weer een andere aan de som van beide {Kostencalculatie}.


Verkoop c.q. verkopen

Het aanbieden van een product aan een klant.
Onderdeel van het bedrijfsproces waarin het verkopen van de producten centraal staat.
Onderdeel van het bedrijfsproces waarin de marketing en het verkopen van de producten centraal staan (verkoop staat dan naast productie).
 
Verkoopkosten
Werkelijke kosten voor de verkoop van de afzet [euro/periode] {Interne Verslaggeving}. Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl, {Externe Verslaggeving}. Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl en model F, model H en model J).
Toegestane kosten voor de verkoop van de afzet [euro/periode] {Bedrijfsadministratie}.
Werkelijke kosten voor de marketing en verkoop van de afzet [euro/periode] (Ma).
Misconceptie: toegestane kosten voor de marketing en verkoop van de afzet [euro/periode].
Som van de toegestane algemene kosten, marketingkosten en verkoopkosten [euro/periode] {Kostencalculatie}.
Misconceptie: som van de werkelijke algemene kosten, marketingkosten en verkoopkosten [euro/periode].

Verkoopprijs
Bedrag per eenheid dat de koper moet betalen aan de verkoper zonder BTW[euro/stuk; euro/kg.; euro/liter; euro/uur; et cetera, maar nooit euro].
Synoniemen: prijs.

misconceptie: consumentenprijs: dit is de verkoopprijs inclusief BTW. zie ook : uitleg


Verkoopwaarde

De totale omvang van de waarde van de verkochte eenheden: afzet x verkoopprijs [stuks per periode x euro per stuk = euro per periode]
De verkoopprijs van een gebouw of machine in de staat waarin het verkeert [euro per stuk]. De verkoopwaarde kan vastgesteld zijn op basis van een schatting of op basis van een gerealiseerde verkooptransactie.
De schatting van de waarde van voorraden handelsgoederen of effecten op basis van de prijs die actueel is in het handelsverkeer.
De schatting van de waarde van effecten of opties op basis van hun beurskoers.
 
Verkopen
Aantal verkochte eenheden in een periode [stuks/periode].
Synoniem: afzet.
Waarde van de verkochte eenheden in een periode [euro/periode].
Synoniem: omzet.
Het aanbieden van producten aan de potentiële afnemers. 
 
Verkorte jaarrekening
Een korte versie van de jaarrekening doordat posten zijn samengevoegd of dat informatie is weggelaten.{jaarrekening}


Verkrijgingsprijs
Bedrag per aandeel dat een NV betaald heeft bij de inkoop van eigen aandelen [euro/aandeel] {Externe Verslaggeving}. In principe zou de onderneming deze eigen aandelen in mindering kunnen brengen op het geplaatste aandelenvermogen, maar vooral als de onderneming van plan is om later de aandelen in omloop te brengen, dan wil de wetgever dat dit tot uitdrukking komt in de toelichting op de balans.
Deze eigen aandelen moeten dus een aparte vermelding krijgen hoe zij in mindering komen op het eigen vermogen en wel voor het bedrag dat de NV heeft betaald voor die eigen aandelen.
Bedrag per aandeel dat een NV betaald voor deelname in een andere onderneming [euro/aandeel]. Synoniem: verwervingsprijs.
Bedrag dat een bedrijf betaalt om een bedrijf op te kopen en dat te splitsen is in een deel netto-vermogenswaarde van de activa en goodwill [euro/bedrijf].
Bedrag dat een bedrijf betaalt aan goodwill om een bedrijf op te kopen [euro/bedrijf].
Synoniem: prijs of aanschafprijs
 
Verlengstukwinst
Deel van de winst van een coöperatie die toegerekend kan worden aan de activiteiten van de leden. In feite zijn het de opportunity kosten van de arbeid die de leden van de coöperatie leveren. Het andere deel van de winst heet verzelfstandigde winst en is fiscaal onderhevig aan de vennootschapsbelasting  [euro/periode].


Verlies
Bedrijfsresultaat dat ontstaat als de kosten hoger zijn dan de opbrengsten, c.q. als de kosten hoger zijn dan de brutowinst [euro per periode].
Resultaat als een product tegen een lagere prijs verkocht wordt dan de kostprijs [euro per stuk].
Nadelig resultaat op een afdeling of productiecentrum [euro per periode].
 
Vermogen
Het totaal van de posten aan de creditzijde van de balans, opgebouwd uit eigen vermogen en vreemd vermogen [alle posten zijn uitgedrukt in euro] {Interne Verslaggeving en Externe Verslaggeving} (tegenhanger van kapitaal).
Het eigen vermogen in een niet-commerciële organisatie (Kameraalstijl).
De persoonlijke financiële middelen waar iemand over beschikken kan (Volksmond). Meestal is dit vermogen niet opgebouwd uit een banktegoed, maar uit beleggingen. Pensioenaanspraken vallen doorgaans niet onder deze interpretatie van vermogen.
Alle eigendommen waar iemand over beschikt minus de schulden of verplichtingen die iemand heeft {Juridische term} [in natura] . Bij trouwen op huwelijkse voorwaarden of bij het afsluiten van een samenlevingsovereenkomst kan iedere partner een eigen vermogen vaststellen, maar die omvat een opsomming van de goederen (en eventueel de giro- en kassaldi) die eigendom blijven van elk van de partijen. Bij faillissement wordt er beslag gelegd op het vermogen van iemand, maar de facto wordt er beslag gelegd op alle zaken waarvan juridisch gezien het eigendomsrecht ligt bij degene die failliet gaat.
De waarde van alle eigendommen waar iemand over beschikt, verminderd met de waarde van de schulden of verplichtingen. {Juridische term}[euro] . 
zie ook uitleg.
 
Vermogensbehoefte
Het bedrag aan vermogen dat nodig is om alle activa te financieren. Voor een deel vindt die financiering plaats door krediet van leveranciers en andere schuldeisers. Dan vindt financiering met geïnduceerd vermogen plaats. Voor een ander deel moet een actief financieringsbeleid plaatsvinden om aandeelhouders, banken of derden bereid te vinden deel te nemen in eigen of vreemd vermogen. In dat geval is sprake van autonoom vermogen {Financiering}.
Synoniemen: werkzaam vermogen


Vermogensmarkt

De combinatie van geldmarkt en kapitaalmarkt {Monetaire Economie}.
Het geheel van financiële markten en financiële instellingen. Zij omvat de markt voor kort vreemd vermogen (de geldmarkt) en de markt voor lang vermogen (de markt voor middellang krediet en de kapitaalmarkt). De kapitaalmarkt omvat hier vraag en aanbod van krediet langer dan 10 jaar en vraag en aanbod van aandelenvermogen {Financiering}. zie ook uitleg.
 
Vermogensverwerving
Aantrekken van vermogen om te kunnen investeren.
Synoniem: financiering.


Verspilling

De kosten die niet noodzakelijk zijn om de productie uit te voeren. De werkelijke kosten die een ondernemer maakt, vallen dus uiteen in toegestane kosten en verspilling. Om vast te stellen wat noodzakelijk is, moet de ondernemer redeneren vanuit het perspectief van concurrenten, die op de markt zijn of komen. Zij zullen trachten hun prijs laag te houden, en om dat te bereiken zullen zij proberen hun kosten te minimaliseren. Wat de concurrenten onvermijdelijk aan kosten zullen hebben, is de norm voor de ondernemer.


Vervangingswaarde

Een inschatting van de prijs waarvoor een bezit als bijv voorraad op de inkoopmarkt kan worden aangeschaft. Als het gaat om de inschatting van de waarde op de verkoopmarkt, dan spreekt men van de opbrengstwaarde. Waardering tegen vervangingswaarde betekent dus dat men gebouwen, machines of voorraden regelmatig herwaardeert op basis van de actuele waarde, c.q. prijsontwikkeling. Probleem is dat goederen ook technische veranderingen ondergaan en dat maakt het vooral voor kapitaalgoederen vaak moeilijk om vast te stellen wat de actuele prijs geweest zou zijn.

zie ook:Basisboek BE uitleg 16.3

Verwachte kosten
De werkelijke kosten die een ondernemingverwacht te gaan maken. Het gaat dus om een voorcalculatie. Waar mogelijk zal verspilling in de berekeningen vooraf worden uitgesloten, maar soms zijn meerjarige contracten aangegaan, waardoor verspilling onvermijdelijk is. Bijvoorbeeld als er machines gekocht zijn die groter blijken te zijn, dan noodzakelijk.
Misconcepties: begrote kosten, toegestane kosten en standaardkosten.


Verwervingsprijs
Bedrag per aandeel dat een NV betaald heeft bij de inkoop van aandelen van een andere onderneming [euro/aandeel] {Externe Verslaggeving}.
Waarde van een deelneming in een onderneming op basis van de verwervingsprijs per aandeel. Deze waarde kan afwijken van de beurswaarde, de intrinsieke waarde, de nettovermogenswaarde, de rentabiliteitswaarde en de verwervingsprijs van een deelneming.
Bedrag per aandeel dat een NV betaald voor deelname in een andere onderneming. Synoniem: verkrijgingsprijs.
Synoniem: prijs
 
Verzekerde waarde
Waarde van roerende of onroerende goederen op basis van de verzekeringsovereenkomst die gesloten is en waarin het bedrag is bepaald dat uitgekeerd wordt bij een calamiteit.


Verzelfstandigde winst

Het deel van de winst van een coöperatie dat overblijft nadat een rechtmatige beloning van de activiteiten van de leden van de coöperatie in mindering is gebracht op de totale winst die behaald is [euro/periode]. Het bedrag dat in mindering komt op de winst heet de verlengstukwinst.


Vesting periode ( Anglicisme)

Wachttijd voordat het personeel of een lid van de directie een optie op aandelen kan verzilveren of het verkregen recht op aandelen kan uitoefenen.


Vigilante marketing 
Merkfanaten maken zelfs onbetaald reclame voor een merk bijvoorbeeld t-shirt van biermerk {marketing}

Vijf-krachten model (Michael Porter)
Hij identificeerde vijf concurrerende krachten die de structuur en winstgevendheid (aantrekkelijkheid) van een bedrijfstak en de intensiteit van de concurrentie bepalen. Door de aard en invloed van deze krachten te onderzoeken en in kaart te brengen, kan de ondernemer een goed beeld krijgen van de situatie in de bedrijfstak, markt(segment), waar hij met zijn product/ markt- combinatie (PMC) opereert. Daarbij kan hij op basis van de analyse een voorspelling doen over relevante kansen en bedreigingen. De vijf concurrentiekrachten die Porter onderscheidt zijn bedreiging van nieuwe toetreders, bedreiging van substituutproducten of -diensten, onderhandelingspositie van afnemers, onderhandelingspositie van leveranciers en rivaliteit tussen bestaande organisaties.{marketing} zie ook uitleg leermateriaal:

Viral Marketing 
Free publicity achtige, mond-tot-mondreclame via het internet. internetters zijn enthousiast over een produkt, of reclame boodschap en delen dat met anderen via o.a. mail, MSN, chat hyves ed. bijvoorbeeld: Douwe Egberts en de Coole bejaarden die jeudgtaal spreekt of de inloopkast reclame van Heineken en (later ) Amstel  {marketing}

Vinken
Vinkjes zetten in een kolom zodra een boekingspost op juistheid is gecontroleerd.
Synoniem: afvinken.
De meisjes van plezier bezoeken (volgens van Dale).
 
Vinkje
V-teken dat in de kantlijn geplaatst wordt zodra een post gecontroleerd is.
Portemonnaie nadat deze gerold is (volgens van Dale).
 
Vlottende activa
Alle activa met een looptijd korter dan een jaar, zoals voorraden, vorderingen, effecten (als kortlopende belegging van overtollig kasgeld) en liquide middelen {Externe Verslaggeving}. Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl.
Alle activa met een looptijd korter dan een productiecyclus, zoals voorraden, vorderingen, effecten (als kortlopende belegging van overtollig kasgeld) en liquide middelen {Externe Verslaggeving}. Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl.
Alle activa met een looptijd korter dan een jaar, zoals voorraden en vorderingen. De liquide middelen blijven buiten beschouwing {Financiering en Interne Verslaggeving}.
Alle activa met een looptijd korter dan een productiecyclus, zoals voorraden en vorderingen. De liquide middelen blijven buiten beschouwing {Financiering en Interne Verslaggeving}.
 
Vlottende passiva
Kort vreemd vermogen dat voor een deel ontstaat door afspraken met banken en andere financiers en voor een deel voortvloeit uit het primaire proces, zoals crediteuren die krediet verstrekken doordat ze uitstel van betaling geven. zie ook uitleg


Volatiliteit

De mate van schommelingen in het bedrijfresultaat van de onderneming.
De mate van schommelingen in de waarde van obligaties als gevolg van veranderingen in het rentepercentage.
De beweeglijkheid in de koersen van financiële instrumenten. Bij historische volatiliteit meet men de standaarddeviatie in verhouding tot de gemiddelde koersbeweging uit het verleden. Bij impliciete volatiliteit gaat het om de optieprijzen die een indicatie geven van de verwachtingen rond de koersontwikkelingen.
Gestandaardiseerde verwachte fluctuaties in de afzonderlijke koersen, berekend via standaarddeviaties die op jaarbasis zijn uitgedrukt.
 
Volkshuisvestingsverslag
Jaarverslag van een verbinding van juridisch zelfstandige organisaties waarvan een woningcorporatie deel uitmaakt. Woningcorporaties splitsen vaak vaste activa af in Stichtingen of vennootschappen voor het beheer en onderhoud. Om toch een beeld te krijgen van o.a. het totale eigen vermogen en de jaaromzet van deze verbinding, moet de accountant ook het algehele overzicht beoordelen. Dit volkshuisvestingsverslag is de basis voor het CFV om het weerstandsvermogen te berekenen. {Externe verslaggeving voor niet commerciële organisaties}


Voorcalculatorisch

Calculaties (dus berekeningen) die plaatsvinden voordat de goederen verkocht zijn. Dus bijvoorbeeld een berekening van de winst die men denkt te gaan halen. Het zijn dus eigenlijk schattingen vooraf, waarvan achteraf (nacalculatorisch) nog maar moet blijken of ze ook echt zo uit komen.


Voorraad
Het aantal stuks dat een bedrijf volgens de telling op een bepaald tijdstip in het magazijn heeft (de technische voorraad) [stuks].
Het aantal stuks dat een bedrijf volgens de administratie op een bepaald tijdstip in het magazijn heeft (boekhoudkundige voorraad). Dit aantal kan door bederf of diefstal afwijken van de technische voorraad ([stuks].
Het aantal stuks waar een bedrijf prijsrisico over loopt (economische voorraad), dus als er prijsveranderingen zijn die  doorwerken in de boekhouding en voor rekening komen van de onderneming [stuks]. Als een bedrijf goederen heeft verkocht, maar nog niet geleverd, dan loopt ze geen prijsrisico meer maar heeft ze de goederen nog wel in magazijn.
De waarde van de hoeveelheid goederen die op een bepaald tijdstip in het magazijn aanwezig is [euro].
zie ook: uitleg
 
Voorraadgrootheid
Grootheid die aangeeft wat de waarde is op een bepaald tijdstip. Deze grootheid is de tegenhanger van de stroomgrootheid. Bijvoorbeeld de balansposten. Deze geven allemaal de stand per balansdatum.


Voorziening

Bedrag dat credit op de balans apart is gezet voor verplichtingen die te verwachten zijn. Bijvoorbeeld een garantievoorziening die aangeeft welke bedrag aan schadeclaims met in de toekomst verwacht voor producten die reeds afgeleverd zijn. De voorzieningen vallen onder het vreemd vermogen, omdat het claims van derden zijn op het bedrijf. Voorziening behoren dus niet tot de reserves, want die maken deel uit van het eigen vermogen. Juridisch is het nog geen schuld omdat er nog geen prestatie geleverd is. Bij bijv groot onderhoud zijn de schilders nog niet geweest, maar je smeert de kosten al wel uit en heb je elk jaar opgevoerd bij de kosten. Als er daadwerkelijk onderhoud komt neemt de voorziening af ter grootte van het onderhoudsbedrag. Is de voorziening te weinig dan gaat het tekort ten laste van de resultatenrekening. zie ook uitleg.


Vorderingen
Bedragen die een onderneming tegoed heeft van afnemers of andere relaties en die op korte of lange termijn opvorderbaar zijn. {Bedrijfseconomie}
Verplichtingen aan derden in geval van faillissement. Er zijn boedelvorderingen, preferente vorderingen en concurrente vorderingen. {Juridische term} 
synoniem: tegoed
 
Vraag
Goederenmarkt: Hoeveelheid goederen die mensen, bedrijven of organisaties willen aanschaffen, omdat zij ze nog niet hebben (vb televisies).
Arbeidsmarkt: Hoeveelheid arbeidskrachten die bedrijven of organisaties willen inzetten in het arbeidsproces, ongeacht of zij die mensen al in dienst hebben of dat zij vacatures hebben.
Vermogensmarkt: Hoeveelheid geld dat mensen in hun bezit hebben vanwege transactie-, voorzorg- of speculatiemotief.
Zie voor vergelijkbare betekenissen: het aanbod.
 
Vraagprijs
Bedrag dat de verkoper van een huis, tweedehands auto of anderszins vraagt om de eigendom van een goed over te dragen [euro/stuk; et cetera, maar nooit euro].
Synoniem: prijs
 
Vreemd vermogen
Het vermogen waarmee de onderneming is gefinancierd, met uitsluiting van het eigen vermogen [euro].
Geld dat van buitenstaanders is aangetrokken om de onderneming te financieren, nader uitgesplitst in Lang Vreemd Vermogen (looptijd meer dan een jaar) en Kort Vreemd Vermogen (looptijd korter dan een jaar) [euro].
Misconceptie: Schulden, want dat is een juridische term die bovendien duidt op betalingsachterstand.  zie ook uitleg
 
Vrije kasstroom
Saldo van de verwachte ingaande en uitgaande kasstromen in een periode {Financiering}. De vrije kasstromen zijn van belang voor de inschatting van de bedrijfswaarde indien men overweegt het bedrijf te kopen. Zij zijn de basis voor de vaststelling van de goodwill die men bereid is te betalen.
Saldo van de werkelijke kasstroom die is ingegaan of uitgegaan in een periode.
Schatting van het te verwachten saldo van de ingaande en uitgaande kasstromen in een periode op basis van de resultatenrekening van een periode {Externe verslaggeving}:
nettowinst uit operationele activiteiten na belasting + afschrijvingen - investering in vaste en vlottende activa.
  
 
Afkortingen

VEB
VEB staat voor Vereniging van Effectenbezitters. Dit is een vereniging van mensen en organisaties die aandelen of obligaties bezitten en hun gemeenschappelijke belangen laten behartigen door een vereniging die actief is op aandeelhoudersvergaderingen e.d.

VOF
VOF staat voor Vennootschap Onder Firma. Dit is een juridische vorm om de samenwerking en het vermogen van partijen te regelen die gezamenlijk een bedrijf voeren. Het zijn als het ware twee of meerdere eenmanszaken bij elkaar onder 1 naam die volledig (ook prive) aansprakelijk zijn.
zie ook uitleg leermateriaal

VVP
VVP staat voor: vaste verrekenprijs. Bijzondere vorm van een standaardprijs, omdat naast de inkoopprijs ook opslagen voor inkoopkosten zijn opgenomen in het bedrag waarvoor de goederen of grondstoffen in de boekhouding worden opgenomen. Kijk voor een toelichting bij: bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}.

 



Joomla template made by HeJian